21 juni 2017

Voortmodderen of in beweging komen met het Onderwijs?

Een kijkje in de vacaturebank van de Nationale Onderwijsgids leert dat de beloftes van demissionair Minister Bussemaker weinig zoden aan de dijk hebben gezet. Honderden, zo niet duizenden,  vacatures voor docenten staan keurig in een database opgesteld. Het aantal blijft groeien. Hoewel er in 2013 al aan de noodklok werd getrokken, hebben de zogenaamde extra miljoenen van Bussemaker nog niet voor de vermindering van het zorgelijk grote aantal vacatures gezorgd
Het Onderwijs lijdt onder de capaciteitstekorten en scholieren zijn het slachtoffer van het  gebrek aan urgentie bij het Ministerie.

De symptomen zijn inmiddels omgezet in structurele vraagstukken. Zo meldde De Nederlandse Vereniging van Wiskunde docenten (NVVW) op 22 maart jl. dat 1 op de 5 wiskundeleraren geen juiste bevoegdheid heeft.
Door de schaarste worden studenten ingezet als volwaardig docent. Een noodmaatregel, maar het leidt ertoe dat scholieren “in veel gevallen slecht leren rekenen”. Geen prettige gedachte als je het wiskunde examen recent  niet gehaald hebt. Maar, ook “het aantal HAVO zittenblijvers is het afgelopen jaar verrassend gestegen”, meldt het ANP op 12 april jl. en “VWO ‘ers zakken vaker voor het eindexamen”.

Natuurlijk gelden deze voorbeelden niet voor alle scholen, maar de Inspectie van het Onderwijs ziet dat de kwaliteitsverschillen tussen scholen enorm kunnen zijn. In haar rapport “De staat van het Onderwijs”, dat op 12 april jl. openbaar werd, constateert zij dat deze verschillen internationaal gezien het grootst zijn. Op slechts 15% van alle scholen worden alle lessen door gekwalificeerde docenten gegeven. Zeer verontrustende cijfers en de scholier is de dupe. Het feit dat je geluk moet hebben dat er een goede school bij jou in de buurt staat, is “on-Nederlands droevig”.

Volgen we in deze consternatie de analyse van De Inspectie, die overigens vier keer per jaar elke school controleert op kwaliteit, dan komen hier de inhoudelijke gevolgen voor scholieren naar voren. Veel scholieren blijken niet foutloos te kunnen schrijven, rekenen gemiddeld ondermaats, kunnen vaak hun talenten niet ontplooien en ronden het voortgezetonderwijs steeds vaker zonder diploma af. Verder blijkt de begeleiding voor scholieren, met bijvoorbeeld een handicap, vaak te ontbreken. Natuurlijk zijn op deze zaken maatregelen getroffen door staatssecretaris Dekker en Minister Bussemaker. Meer geld voor ontwikkeling van het onderwijs, meer kwaliteitscontroles en loopbaanmogelijkheden voor docenten. Maar zegt u nu zelf, met het oog op de staat waarin het Onderwijs zich nu bevindt, de demissionaire status van ons kabinet en de poldercultuur van ons kikkerlandje, dan loopt het vertrouwen in structurele verbeteringen toch echt van ons weg?

De vernieuwing van het Onderwijs moet snel beginnen en daarvoor is breed gedragen consensus nodig. Wachten op het urgentiebesef van de Politiek is de spreekwoordelijke “dood in de pot”, zij versnippert de besluitvorming door gekonkel tussen partijen en het ontbreken van een gedragen visie op het onderwijs van morgen.

Het is tijd om de toekomst van onze scholieren en onze samenleving veel meer aandacht te geven. De stem in uw wijk, in uw gemeente en uw  provincie moet gehoord worden.

HET ONDERZOEKEN  WAARD DUS! :
Er is haast geboden met een effectieve peiling van deze meningen. Misschien zijn de nieuwe kabinetsplannen dan nog tijdig te beïnvloeden.

 

 

Voortmodderen of in beweging komen met het Onderwijs?