bestuurders verprutsen ouderenzog
In 2016 stonden de kranten al bol van de problematiek over de Ouderenzorg.
Zij die de basis hebben gelegd voor onze huidige welvaart, worden als verschoppelingen te vaak alleen gelaten, krijgen te weinig aandacht en kunnen in het ergste geval zelfs niet eens op tijd naar het toilet. Nederland moet zich zwaar schamen.
In het licht van de vele miljarden die overboord gesmeten worden bij bijvoorbeeld het mislukte Fyra-project voelt het schandalig dat Ouderzorg niet beter kan. Sterker nog, het lijkt wel alsof we het niet echt willen aanpakken en dat is bijzonder want iedereen wil toch prettig van zijn oude dag kunnen genieten?
Zo blijkt op 12 januari 2017, volgens RTL Nieuws, dat onze staatssecretaris Van Rijn waarschijnlijk toch nog een druppeltje op een gloeiende plaat heeft gevonden, er mag € 100 miljoen extra naar de Ouderenzorg. De Overheid denkt met deze miljoenen een politiek correct antwoord te geven op het zorgmanifest “Scherp op Ouderenzorg” van schrijver Hugo Borst, dat 8 februari a.s. de Machiavelliprijs 2016 krijgt. “We schrapen nog ergens wat geld uit andere begrotingen en voorlopig is het weer rustig aan het Ouderenzorg front”, zo lijkt het.
Niets is minder waar. Een half jaar geleden presenteerde de Inspectie voor de Gezondheidzorg al een lijst met zeer slecht presterende verpleeghuisinstellingen. Hoewel brancheorganisatie ActiZ stelt dat er inmiddels de nodige verbeteringen in verschillende instellingen zijn aangebracht, blijkt dat de staatssecretaris het toch nodig vindt om extra te financieren. Dat is toch op zijn minst opmerkelijk te noemen, zeker als we even verder kijken.
Jos Schils, hoogleraar ouderengeneeskunde, geeft aan dat het juist nu verstandig is om de Ouderenzorg even politiek met rust te laten. Het veranderen van het verouderde zorgsysteem heeft veel tijd nodig en vooral lange termijn visies en plannen. Dat wat, zeker met de verkiezingen in beeld, niet bepaald een expertise is van onze overheid. Schils geeft ook aan dat het profiel van de oudere verandert en dat de rol van de oudere in dit veranderingsproces belangrijk is.
En dan valt het op dat, waar we ook zoeken in de nieuwsgaring, nergens de ouderen zelf aan het woord zijn. In de afgelopen decennia konden zij wel aan onze samenleving bouwen, maar tegenwoordig worden zij kennelijk niet meer als gesprekspartner gezien, laat staan als professional. Een opvallende zaak, want binnen deze context is het niet zo moeilijk om de oudere als ervaringsdeskundige te erkennen. Het is ook een gemiste kans want hun ervaringen kunnen juist versterkend werken bij de transitie die de Ouderenzorg moet doormaken.
De vraag is hoe we de ouderen beter kunnen horen en hun wensen en ideeën kunnen bundelen. Zij zijn de bron van de verbetering, niet de politiek. Zij weten wat hun leven verbeterd soms met eenvoudige aanwijzingen kan het beter. Een oudere in reactie op het manifest van Borst: “Neem in de opleiding van verpleegkundigen verplichte stages op in de ouderenzorg”, heldere ideeën die werken!
Het is het onderzoeken waard welke ouderen willen en kunnen participeren, vind hen en bundel hun kracht. Het moet beter, nu!